‘Als het op is is het eten gedaan’. Een uitspraak die je wellicht wel kent. Het idee is heel simpel; als iets op is dan kun je hoog of laag springen maar dan is het er niet meer. Een logisch principe zou je zeggen. Gek genoeg is dat niet hoe we met onze aarde omgaan. Voor Nederland geldt namelijk al sinds 12 april dit jaar: op = op.
Op is op, hoe zit dat?
Ieder jaar wordt berekend hoeveel voedsel en grondstoffen de aarde kan produceren. Daarbij wordt ook gekeken hoeveel uitstoot oceanen en bossen kunnen absorberen. Uit deze berekening blijkt dat de aarde een maximale capaciteit heeft van wat het in één jaar kan hernieuwen. De dag waarop de wereld meer grondstoffen gebruikt dan de aarde kan hernieuwen wordt ook wel “overshoot day” genoemd. Alles wat we voorbij dit punt consumeren is dus eigenlijk een voorschot op volgend jaar, en het jaar daarna, en daarna, etc..
Voor Nederland ligt overshoot day al schrikbarend vroeg in het jaar. Al op 12 april. Met andere woorden: 263 dagen per jaar gebruiken Nederlanders iets wat er eigenlijk niet is.. De enige manier waarop dit mogelijk is is door alvast een voorschot te nemen op de toekomst. Ook heeft nog niet iedereen hetzelfde comfort van leven als wij in Nederland. Als iedereen zo zou leven als wij hebben we 3,6 aardes nodig. Je voelt hem al aankomen: dat gaat niet.
Wat betekent dit voor mij?
In een ver verleden heb ik bij de kaasboer gewerkt. “Mag het ietsje meer zijn?”, was daar een veel gehoorde vraag. We zaten nou eenmaal liever te ruim dan te krap. De nieuwe vraag die we onszelf echter best wat vaak mogen stellen is “kan het ook ietsje minder zijn?”. En nee, we hoeven niet allemaal volledig zero waste en vegan. Maar laten we ons wel bewust zijn van het “op = op” principe.
Belangrijk om te beseffen is dat wij in het welvarende Nederland gewend zijn dat alles er altijd is. Daarbij staan we te weinig stil bij de fysieke grenzen van de aarde en het feit dat “meer” simpelweg niet altijd mogelijk is. Onze consumptiedrang gaat ten koste van anderen. En nee, je hoeft ook geen kluizenaarsbestaan te leven. Maar laten we vooral op een andere manier omgaan met onze spullen. Door deze slimmer te gebruiken of te delen kunnen we met minder toch nog veel doen!
Deelplatformen lossen zeker alles op?
Zeker niet! Ook op het delen van spullen valt veel aan te merken. Er schuilt namelijk een risico in dat we gemakzuchtig worden en dat spullen daardoor onnodig snel slijten of kapotgaan. Het zijn niet je eigen spullen dus waarom zou je er dan netjes en voorzichtig mee omgaan? We kennen allemaal de verhalen van leaserijders en hun auto’s.. En dat is precies het probleem van onze houding tegenover spullen. Alle producten – onafhankelijk van hoe duur ze zijn – hebben waarde.
Dat veel spullen zo goedkoop zijn is omdat de prijs niet het hele verhaal verteld. Neem bijvoorbeeld een simpel wit T-shirt. De gemiddelde verkoopprijs in Nederland is 15 euro. Hierbij wordt echter geen rekening gehouden met het enorme waterverbruik en watervervuiling van katoenproductie. Als je deze ‘externe’ milieu impact zou uitdrukken in euro’s en meeneemt in de verkoopprijs komt het totaal op € 22,30. 7 euro en 30 cent per verkocht T-shirt wordt dus betaald door ons allemaal. Terwijl producerende bedrijven zelf de winst opstrijken worden wij opgezadeld met problemen.
Gearshare.nl als oplossing
Geen enkel product – hoe duurzaam ook – is opgewassen tegen onze consumptiedrang. Dit moet anders. In plaats van de Groene Avonturier (een webshop voor duurzame outdoor uitrusting) ben ik daarom Gearshare.nl begonnen. Met het deelplatform bied ik een concrete oplossing om onze impact te verkleinen en tegelijkertijd is het een manier om mezelf en anderen te inspireren anders met hun spullen om te gaan.
Heb je nog outdoor uitrusting nodig voor komende zomer of heb je zelf nog wat liggen? Deel het via Gearshare.nl